De waarheidszoekster – Henriëtte Boas, een leven voor de Joodse zaak (2016)
Henriette Boas (1911-2001), in hart en ziel Amsterdamse én zioniste, stelde zich haar hele leven in dienst van de ‘Joodse zaak’. Dat uitte zich onder meer in honderden ingezonden brieven die zij als externe waakhond meerdere keren per week naar krantenredacties stuurde. Geen enkele onjuistheid of overhaaste conclusie ontging haar scherpe lezersblik.
Maar Henriette Boas was meer dan een journalistieke criticaster. Zij was nauw betrokken bij de affaires rond Friedrich Weinreb en Pieter Menten, was wars van ‘dat Joodse slachtofferschap’, vond Anne Frank niet meer dan een van die Joodse kinderen die omgekomen waren en hekelde de verering voor Etty Hillesum. Israël, waar ze zelf niet had kunnen aarden, steunde ze onvoorwaardelijk, al had ze er ook kritiek op. Jarenlang voorzag zij de Israëlische ambassade van news letters met informatie over gebeurtenissen in Nederland.
Ze was een weerbarstige en dikwijls lastige eenling, volkomen ongevoelig voor trends en modes, wier stem – Henriette Boas, Badhoevedorp – door vele krantenlezers nu nog altijd node gemist wordt.
Pauline Micheels werkte al jaren als historica. Zij was onder andere werkzaam op het niod en is nu zelfstandig publiciste. Zij schreef, naast talrijke artikelen in boeken en bladen, onder meer Vandaag (2014), Muziek in de schaduw van het Derde Rijk (1993) en De vatenman, Bernard van Leer 1883-1958 (2002).
Vandaag: een oorlogsnovelle (2014)
Hoe verschrikkelijk de jodenvervolging was, hebben talloze geschiedenisboeken, egodocumenten en historische romans ons geprobeerd duidelijk te maken. Maar je werkelijk voorstellen wat het betekent uit je huis te worden gehaald, alles achter te moeten laten, niet te weten of je ooit weer thuis zult komen, mensen om je heen te zien verdwijnen, te leven in voortdurende angst – dat gaat toch nog altijd ons voorstellingsvermogen te boven. In Vandaag laat Pauline Micheels op nuchtere en tegelijk indringende wijze het leven ervaren in het doorgangskamp Westerbork, het laatste `station van de joden in Nederland. Zij verwerkt daarin de verhalen die in haar familie de ronde deden, maar ook de kennis die zij vergaarde tijdens jarenlang historisch onderzoek. In deze beklemmende oorlogsnovelle volgen we het dagelijks leven in het kamp via dagboekaantekeningen van een bijna twaalfjarige jongen. Een leven dat voor de kinderen schijnbaar gewoon doorging.
Het contrast tussen het alledaagse en het gruwelijke grijpt je bij de keel (Jan Terlouw)
Historica Pauline Micheels werkte al jaren als historica. Zij was onder andere werkzaam op het niod en is nu zelfstandig publiciste. Zij schreef, naast talrijke artikelen in boeken en bladen, onder meer Muziek in de schaduw van het Derde Rijk (1993) en De vatenman. Bernard van Leer 1883-1958 (2002).
► Recensies en reacties ► Bestel ‘Vandaag’
Israel J. Olman. Componist en koordirigent 1883-1968 (2011)
Israel Jacques Olman was in de periode 1905-1940 een zeer gerespecteerd en bejubeld componist en koordirigent. Vele jaren leidde hij het vermaarde koor ‘Santo Servico’ van de Portugees Israelietische Gemeente in Amsterdam en daarnaast een groot aantal mannen- en gemengde koren. Hij componeerde synagogale muziek, koormuziek voor alle mogelijke bezettingen – waaronder veel voor socialistische koren, liederen, oratoria, opera’s, en symfonieën. Bovendien was hij een veelgevraagd jurylid bij koorconcoursen. Olmans werkzame leven beslaat meer dan een halve eeuw. Een turbulente periode in de geschiedenis, die zich onvermijdelijk weerspiegelt in zijn leven.
Geen vogel kan van louter fluiten leven: Vereniging van Letterkundigen 1905-2005 (2006)
Een geschiedenis van een schrijversvereniging die de gezegende leeftijd van honderd bereikt heeft, kan die eigenlijk wel interessant zijn? Geen vogel kan van louter fluiten leven levert het overtuigende bewijs van wel. Op basis van het materiaal dat zij aantrof in het archief van de Vere(e)niging van Letterkundigen heeft Pauline Micheels die geschiedenis vastgelegd. De periode-Van Deyssel: goed eten, goede sigaren. De schrijvers waren vooral dames en heren; met politiek had men nog weinig op. Maar eind 1956 – wanneer Russische troepen korte metten maken met de Hongaarse Opstand – slaat de vlam in de pan, ook binnen de gelederen van de VvL. Misschien het gouden tijdperk was de periode-Stuiveling: wat een wonder van werkkracht. Wat een gelukkige tijden ook: een goed bestuur, een stelletje initiatiefrijke schrijvers, en niet onwelwillende ministers. Dat was nog eens keurig en hoffelijk en effectief actievoeren. De auteur roept, onder andere citerend uit aardig wat brieven, die in dit niet zo ver achter ons liggende verleden nog kwistig geschreven werden, een levendig beeld op van honderd jaar literaire belangenbehartiging.
De vatenman. Bernard van Leer 1883-1958 (2002)
De vatenman schetst het leven van een van de kleurrijkste ondernemers en filantropen die Nederland gekend heeft. Bernard van Leer, het prototype van de self made man, bouwde na de Eerste Wereldoorlog een wereldwijde onderneming in stalen vaten op. Daarbij paarde hij een bikkelhard koopmanschap en een tomeloze energie aan een feilloze intuïtie en een groot gevoel voor publiciteit en show. Naast vatenfabrieken, een walserij en een handelshuis bezat hij in 1940 ook een demontabel privécircus en een stal kostbare, door hemzelf gedresseerde paarden.
Een jaar na het uitbreken van de oorlog gaven de Duitsers hem (als jood) toestemming om Nederland te verlaten, onder voorwaarde dat hij al zijn bezittingen zou verkopen. Zij aasden al vanaf de bezetting op zijn bedrijven en kochten grote hoeveelheden vaten bij hem.
Zijn reis naar Amerika in juni 1941 past zo in een film. Hij vertrok per trein naar Spanje – met een handjevol mensen, zijn circus en negentien paarden – en vervolgens per boot naar New York. Toen hij in 1945 in Europa terugkeerde beschuldigde men hem van collaboratie en van verkoop van zijn bedrijven uit vrije wil.
Hij bood Churchill na de oorlog zijn lievelingspaard aan, schonk miljoenen, maar onterfde zijn eigen familie. Zijn hele nalatenschap bracht hij onder in diverse stichtingen, waarvan de Bernard van Leer Foundation nog altijd een grote bekendheid geniet.
Muziek in de schaduw van het Derde Rijk (1993)
‘Willem, keer terug! Een beroemd orkest wacht op zijn beroemden dirigent!! De Amsterdammers, en geheel luisterend Nederland, wachten op Willem Mengelberg.’
(De Telegraaf, 18 mei 1940)
‘Ten aanzien van Prof. Dr. Willem Mengelberg is de Raad van oordeel dat hij nooit weer den dirigeerstaf in Nederland behoort op te heffen.’
(Eereraad voor de Muziek, 2 juli 1945)
Deze twee uitspraken over de beroemdste en meest controversiële dirigent in de Nederlandse muziekgeschiedenis geven aan hoezeer de Tweede Wereldoorlog ook de wereld van de muziek bepaalde.
Muziek in de schaduw van het Derde Rijk beschrijft voor het eerst het Nederlandse muziekleven tijdens de bezettingsjaren. Centraal staan de Nederlandse symfonie-orkesten – de musici, de dirigenten, de solisten en de componisten. Hoe stelden figuren als Willem Mengelberg, Eduard Flipse en Henk Badings zich op tegenover de bezetter, hoe voltrok zich de arisering (de verwijdering van de Joden), en welke blijvende gevolgen hadden de maatregelen van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten op de structuur van het Nederlandse muziekleven?
Muziek in de schaduw van het Derde Rijk beperkt zich niet tot de bezettingstijd. Ook de muziek-politieke gebeurtenissen voor en na de oorlog komen uitvoerig aan de orde. Onthullend is daarbij de beschrijving van de naoorlogse muziekzuivering.